Nieuwe methodes om méér studenten de eindstreep te laten halen leunen steeds vaker op softe prikkels. Maar de neiging om studenten zoveel mogelijk te behoeden voor teleurstellingen, is geen onverdeelde zegen, betoogt Sandra Phlippen.

Studiemethodes die erop gericht zijn om hordes studenten door hun studie te jassen, werken steeds meer met zogenoemde nudges: kleine duwtjes die het studenten net iets makkelijker maken om door te zetten tot de eindstreep.

Deze zetjes lijken ideaal en sluiten goed aan bij het uitgangspunt om zoveel mogelijk mensen met een zo hoog mogelijke opleiding de arbeidsmarkt op te sturen. Daarbij ruimt de extra steun struikelblokken uit de weg waar vooral studenten uit lagere sociaal-economische milieus last van hebben. Daar kan dus niemand tegen zijn.

Niet-cognitieve vaardigheden óók belangrijk

Toch vind ik het zorgelijk. ‘Duwtjes’ doen mogelijk afbreuk aan de ontwikkeling van niet-cognitieve vaardigheden zoals doorzettingsvermogen, zelf-motivering en ijver. Universiteiten zijn niet alleen instituten waar je sommetjes leert maken. Het is ook een harde leerschool waar je ofwel leert te zwemmen of verzuipt.

Niet-cognitieve vaardigheden zijn, zo blijkt uit velerlei onderzoek, van groot belang voor méér dan het kunnen studeren. Ze blijken later op de arbeidsmarkt en in het gehele leven van belang. Als extra steuntjes deze vaardigheden onnodig maken, creëren we misschien wel een level playing field voor onze studenten, maar leggen we de lat lager in een wereldwijde arbeidsmarkt waarin competitieve vaardigheden zoals doorzettingsvermogen wel getraind worden.

Positief stimuleren

Onlangs presenteerde de gedragseconoom Philipe Oreopoulos bij het ministerie van OC&W een overzicht van de successen die al zijn geboekt met 'nudges' bij scholieren en studenten.

Voorbeelden zijn het sturen van smsjes met bemoedigende teksten die je aan het begin van je studie hebt opgeschreven en die herinneren aan zelf gestelde doelen. Een ander voorbeeld is het geven van een financiële beloning voor het halen van hoge cijfers.

Iets verder van ons vandaan zijn er voorbeelden uit de Verenigde Staten die laten zien, hoe vooral jongeren in achterstandswijken net dat duwtje in de rug kregen om formulieren in te vullen voor het aanvragen van een scholarship.

Het doel van deze stimulering is heel nobel: voorkomen dat mensen beslissingen nemen die niet in hun eigen belang zijn; irrationeel gedrag volgens economen.

Waarom we verkeerde keuzes maken

Er zijn tenminste drie struikelblokken waar we steeds tegenaan lopen bij het maken ven keuzes. De eerste is dat mensen de neiging hebben om zich te veel gelegen te laten liggen aan het voordeel dat ze morgen hebben ten opzichte van het voordeel dat ze over een paar jaar hebben. Zelfs als dat voordeel over een paar jaar veel groter is. En al helemaal als blijkt dat, om dat grote voordeel over een paar jaar te bereiken, ze voorlopig flinke kosten moeten maken.

Studeren is typisch zo’n beslissing waarbij dit speelt. Studeren is echt niet alleen maar leuk. Studeren doet ‘pijn’ vergt concentratievermogen en doorzettingsvermogen. Vooral de afstudeerscripties zijn vaak pijnlijke periodes waarin studenten echt karakter moeten tonen om het af te kunnen ronden.

Het rendement van onderwijs is echter groot en onderzoek laat zien dat het ook nog eens steeds groter wordt. Het is dus in het belang van jongeren om te investeren in onderwijs, maar het is moeilijk om nu iets te beslissen wat pas jaren later in je voordeel gaat werken.

Dit inzicht is in wezen niet nieuw. "De opvoeding heeft bittere wortels, maar haar vruchten zijn zoet", wist de Griekse filosoof Aristoteles zo’n 2.400 jaar geleden al.

Wat het daarbij nog moeilijker maakt zijn twee andere struikelblokken die keuzes negatief beïnvloeden: mensen zitten vast in hun routines en ze laten zich vaak sterk leiden door een negatieve identiteit. Dit laatste is vooral relevant omdat juist jongeren die vanuit huis of de buurt niet hebben meegekregen dat studeren een mogelijkheid is, zich vaak ook niet blijken te identificeren met het studentenleven.

Wat doet het zetje in de rug?

Onderwijsprikkels kunnen op verschillende manieren helpen om over deze struikelblokken heen te stappen. Het bieden van geld voor hoge cijfers is de meest rechttoe-rechtaan methode om het eerste struikelblok aan te pakken. Door nu direct te belonen voor een goed cijfer, haal je de opbrengst van de investering in de toekomst naar het heden. Dat maakt de afweging voor de student eenvoudiger. Een instantbeloning dus.

Het sturen van smsjes met teksten die aan door jezelf gestelde doelen herinneren, appelleert waarschijnlijk zowel aan het doorbreken van routines om s’avonds tv te kijken in plaats van te studeren, alsook aan het doorbreken van een negatieve identiteit (‘ik hoor in deze achterstandswijk’).

Universiteiten pamperen studenten al

De 'nudges' die Oreopoulos bespreekt zijn vooralsnog niet gangbaar in het Nederlandse universitair onderwijs. Maar het beleid is al wel een aantal jaar gericht op het pamperen van de student om haar of hem te helpen met gebrekkige discipline. Zo worden collegereeksen steeds korter, komen er steeds meer tussentoetsen, moeten er oefententamens worden aangeboden en ga zo maar door.

Het is denk ik cruciaal om beter te begrijpen hoe het zit met de niet-cognitieve vaardigheden van onze studenten en onze afgestudeerden en wat extra duwtjes daarin teweegbrengen.

Zijn er bijvoorbeeld prikkels denkbaar die niet zozeer zelf disciplinerend werken, maar vooral zelf-discipline versterken? Zijn er stimulansen denkbaar die studenten aanzetten tot excellentie en niet alleen verheffen? Toen ik Oreopoulos na afloop van zijn lezing deze vragen stelde, was zijn antwoord: “Eerst moeten we zorgen dat het effect heeft en daarna zien we wel welke nudge wat teweeg brengt.” Dat lijkt mij een gevaarlijk pad.

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Sandra Phlippen is hoofdredacteur van het economisch vakblad ESB.

Lees ook

Rendementsdenken op de universiteit: ervaren kwaliteit kan ook een rol spelen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl